Het is mogelijk om het woordenboekscherm met het toetsenbord te besturen.
Door herhaald de Tab-toets in te drukken, markeert u telkens een ander schermelement: het invoerveld, het woordwiel, of een knop. (Met Shift+Tab doorloopt u dit rondje langs de schermelementen in omgekeerde richting.)
Het schermelement dat gemarkeerd staat, kunt u vervolgens met het toetsenbord bedienen:
↑ ↓ PageUp PageDn | ↑ (pijl op), ↓ (pijl neer), PageUp en PageDn draaien het woordwiel vooruit of achteruit |
A B C...Z | een lettertoets brengt u naar het eerste woord in het woordwiel dat met die letter begint |
Home End | Home en End brengen u naar het begin (letter a) en het slot (eind van de letter z) van het woordwiel |
← → | met ← (pijl links) en → (pijl rechts) kunt u de horizontale schuifbalk onder het woordwiel bedienen |
Bovendien zijn er toetscombinaties beschikbaar (zogenaamde sneltoetsen) waarmee u dezelfde opdracht kunt geven als met een muisklik op een knop. Hiertoe drukt u de Alt-toets in samen met de letter die op de knop is onderstreept. (Als op de knoppen geen letters onderstreept zijn, moet u eerst op de Alt-toets drukken om de onderstrepingen op de knoppen zichtbaar te maken.)
![]() |
Vorige paragraaf: 5.2 Zoeken in het woordenboek |
Volgende paragraaf: 5.4 Gegevens in het informatieveld kopiëren |
![]() |