afbreking: | Abag·ta | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) | [ ? ] |
een van de zeven hovelingen van koning Ahasveros (Est. 1:10) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws (transcriptieversie): Avagta | [ ? ] |
© SHJ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands, 2010-