bar mitswa

afbreking: bar mits·wa, bar mits·wa [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: be·nee mits·wa, bar mits·wa's  
herkomst: Hebreeuws [ ? ]
letterlijk: 'zoon van het gebod';  

  joodse jongen van dertien jaar, religieus meerderjarig [ ? ]

verwant: Jiddisj: bar mitswe [ ? ]

© SHJ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands, 2010-