Gideon
afbreking:
G
i
·de·on
[
?
]
herkomst:
Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie)
[
?
]
afstammeling van
Manasse
, zoon van
Joas
(2)-1, een van de rechters (leiders) van
Israël
-3; andere namen:
Jerubbaäl
,
Jerubbeset
(34x: Recht. 6:11 +);
mannelijke voornaam
[
?
]
verwant:
Hebreeuws (transcriptieversie):
Gidon
[
?
]
©
SHJ
Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands, 2010-